Bewaartermijnen
De (gevalideerde) identiteits- en inkomensgegevens en het gehashte BSN mogen niet langer bewaard worden dan nodig is voor het doel waarvoor ze verzameld zijn. Dat betekent dat de gegevens in ieder geval verwijderd moeten worden op de volgende moment:
Als de woningzoekende zich uitschrijft moeten de (gevalideerde) identiteitsgegevens, het gehashte BSN en de inkomensgegevens gelijk verwijderd worden uit het woonruimteverdeelsysteem.
Als de woningzoekende de instemming intrekt voor de digitale procedure moeten het gehashte BSN en de inkomensgegevens gelijk verwijderd worden uit het woonruimteverdeelsysteem. Het is niet nodig om de gevalideerde identiteitsgegevens te verwijderen. Het is ook niet nodig om het opgehaalde inkomensgegeven te verwijderen nadat de inkomenstoets al plaats heeft gevonden, omdat deze gegevens bewaard moeten worden voor de accountantscontrole.
Als de digitale inkomensverklaring aan de woningcorporatie is verstuurd moeten de (gevalideerde) identiteitsgegevens, het gehashte BSN en de inkomensgegevens verwijderd worden uit het woonruimteverdeelsysteem.
Als de accountantscontrole heeft plaatsgevonden moet de digitale inkomensverklaring verwijderd worden uit het verhuursysteem. De gegevens die worden gebruikt bij de woningtoewijzing moeten bij de corporatie beschikbaar blijven tot na de controle van de verantwoording over het verslagjaar door de accountant. Dit is nodig omdat de accountant een oordeel moet geven over de volledigheid en de juistheid van de passendheidsnorm en de inkomenstoets. Voor het aspect juistheid moet de accountant kunnen vaststellen of de woningcorporatie het inkomen heeft vastgesteld conform wet- en regelgeving. Hieruit volgt dat de digitale inkomensverklaring in verband met de inkomenstoets moet worden verwijderd uit het systeem van de corporatie wanneer de accountantsverklaring over het verslagjaar is afgegeven aan de woningcorporatie.